Risico op terugbetalen arbeidskorting voor werknemers

De arbeidskorting en de algemene heffingskorting zijn sterker inkomensafhankelijk gemaakt, waardoor de cijfers op de loonstrook niet altijd alles meer zeggen. Het komt steeds vaker voor dat de definitieve afrekening pas bekend is bij de inkomstenbelastingaanslag over dat jaar. Dat moment ligt ruim na afloop van het betreffende jaar, staatsecretaris Weekers noemde dit het ‘deurmatmoment'. Dat kan dus voor een onaangename verrassing zorgen als je hier geen rekening mee houdt.

Verschil maximaal 1.730 euro
Door het sterker inkomensafhankelijk maken van de heffingskortingen kan het zo zijn dat werknemers in 2014 over 2013 tot maximaal 1.173 euro aan ontvangen arbeidskorting terug moeten betalen. Het verschil over 2014 kan zelfs oplopen tot maximaal 1.730 euro. Werknemers met een salaris in 2013 vanaf 40.248 euro krijgen te maken met de terugval in de arbeidskorting. Bij werknemers met een jaarinkomen hoger dan 65.000 euro per jaar loopt dit op tot het maximale bedrag van 1.173 euro.

Afrekening in inkomstenbelasting
Als er looncomponenten zijn die eenmalig of eenmaal per jaar worden uitgekeerd, mag het salarispakket geen rekening houden met de algemene of arbeidskorting en dus ook niet met de terugval daarin. Dat betekent dat er in de inkomstenbelasting met de werknemer wordt afgerekend.

Meerdere banen
Dit fenomeen komt ook naar voren als iemand meerdere banen of een combinatie van een baan met freelance werkzaamheden heeft. Met twee kleine parttime banen lijkt het dat je belastingtechnisch spekkoper bent, maar achteraf moet je weer een bedrag terugbetalen via de inkomstenbelasting.
 

Vraag? Stel hem gerust aan één van onze teamleden.

Bij Bond is er altijd een luisterend oor. Op zoek naar een oplossing voor uw financiële vraagstuk? Het begint met een e-mail naar één van onze teamleden.